Wilhelmus 18 augustus 2017

Het CDA wil graag dat we op school weer het Wilhelmus leren. Ons nationale
volkslied.

Ik heb op school het Wilhelmus geleerd. Als ik mijn best doe dan kan ik de
woorden van het eerste couplet nog wel reproduceren. Maar dat andere
couplet is weggezakt in de vuilnishoop van informatie, waar ook de laatste
restjes liggen over het belang van de Nederlandse kolenmijnen.

Waarom  kan ik niet uit reflex die twee coupletten zingen? Dat komt omdat ik
nadat ze er waren ingestampt vrijwel nooit meer op een bijeenkomst was waar
het Wilhelmus werd aangeheven. Ik ga namelijk nooit naar die
carnavalsfeesten die de wedstrijden van onze nationale voetbalwedstrijden
tegenwoordig zijn. Verder bezoek ik ook nooit in het buitenland andere
sportwedstrijden waar onze jongens en meisjes met hun prestaties
krakkemikkige fanfares dwingen een slepende melodie te spelen vanaf een
partituur die ze twee dagen tevoren op hun muziekstandaard kregen.

Ik ben ook geen vaste bezoeker van dodenherdenkingen waar het Wilhelmus
wordt gezongen. Ik heb in mijn geheugen gegraven maar ik kan niet vinden
wanneer ik voor het laatst op een bijeenkomst was waar het volkslied werd
gezongen.

Het is met alles wat je leert, je moet het blijven doen anders raak je de kennis
kwijt. Dus als we de kinderen nu weer het Wilhelmus gaan leren zullen we ook
meer gelegenheden moeten bedenken waarop onze nationale hymne uit volle
borst dient te klinken.

Zelf heb ik niet zoveel met een lied waarmee we de eenheid van ons volk
onderstrepen. Al was het maar omdat ik vind dat Nederland een verzameling
gebieden is die door een toevallige loop van de geschiedenis een geografische
eenheid zijn geworden.

Ik geloof meer in een land waar de regering beslissingen neemt op het gebied
van zorg, veiligheid, milieu, mobiliteit. Culturele zaken moet je over laten aan
kleinere gebieden die een culturele eenheid vormen. De tijd die kinderen op
school bezig zijn met het stampen van woorden als “van dietsen bloed” zou
ik besteden  aan andere zaken die het stukje aarde dat Nederland heet
onderscheiden van bananenrepublieken.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meewerkend voorwerp 17 augustus 2017

(Door Ab Klaassens)

Op de radio zei een vrouw: “Op een zekere dag ben ik er op gewezen dat…”

Ik vroeg mij af of die vrouw ook zou kunnen zeggen: “Hij gaf ik een boek”.Maar dat doet ze niet.

Ze zegt wel: “Ik ben gevraagd een lezing te geven over…”

Maar ze zegt ook: ”Het is mij niet gelukt daarvoor een avond vrij te maken.”

Ze zegt, nadat ze van haar fiets is  gevallen, “Ik mankeer niks.”

Maar ze zegt, als iemand naar haar welzijn informeert, dat het haar aan niets ontbreekt.

Oudere lezers zien het nog wel. Het gaat om het meewerkend voorwerp.

Wordt dat begrip nog wel eens genoemd in het voortgezet onderwijs?

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vocalies (446) Adele 16 augustus 2017

(Door Marlies)

Eerst even: u hebt me een tijdje gemist denk ik… of hoop ik eigenlijk… ahem…
Er was een computerstoring, om niet te zeggen een computercrash en ik kon
alleen via Facebook af en toe mijn snebbel laten horen en u zit natuurlijk niet
allemaal op Facebook. Er waren best zaken waar ik een mening over had (ik
heb niet overal een mening over hoor, dat u dat niet denkt), maar een stukkie
publiceren kon niet meteen.

Inmiddels ben ik weer ‘in business’, maar een podcast op de website zetten
gaat nog steeds niet; die houdt u gewoon te goed en in de tussentijd houdt u
zich maar mooi onledig met de meer dan 214 uren klassieke vocale muziek die
wél op mijn website staan; zie het rijtje aan de rechterkant van het scherm.
Zo wilde ik best Adele publiekelijk een hart onder de riem steken, nu ze (weer)
stemproblemen heeft. U weet niet wie Adele is? Dat is een pop-zangeres, zo
ongeveer ’s werelds beste, in ieder geval ’s werelds populairste en eentje
zonder prima-donna kuren. En wat pop-zangers zijn? Dat zijn types die hun
hart uitzingen, meestal zónder dat daar zangtechniek onder ligt, in
tegenstelling tot (de meeste) klassieke zangers. Er zijn beslist klassieke zangers
die ook maar wat raak schreeuwen, maar dat wordt sneller afgestraft: over
meer dan twee octaven zingend in ik weet niet hoeveel talen , val je nou
eenmaal sneller door de mand, dan wanneer je over minder dan één octaaf en
alleen in het Engels je laat horen.

Dat klinkt een beetje aanmatigend (nu ik het zo teruglees) en dat is niet zo
bedoeld. Ik heb grote bewondering voor een heleboel popzangers, maar ik zag
en hoorde bij Adele al lang geleden aankomen dat het mis zou gaan. En dan
vooral omdat ik zelf, aan het begin van mijn zingend leven ook zo’n periode
heb gehad (en daarna nooit meer, dankzij een ijzeren techniek).
Adele zong een concert in enige grote wereldstad, ik mag ervan wezen welke.

Mijn echtgenoot nam het op en zat het naast mij op de bank af te kijken. Ik
was zeer getroffen door de sfeer die ze wist te creëren en ik had het hart niet
mijn echtgenoot zijn leuke avond af te nemen, dus ik hield mijn kiezen op
elkaar en breide door, maar ik hoorde het en mijn tenen krulden: veel tegen de
toon (dat schijnt trouwens bij popzang te horen: vals zingen, luister maar naar
het songfestival) , veel met opgerekte keel (mijn terugwijkende kaak zie je ook
veel minder als ik mijn kin naar voren steek, maar in dat standje zingen kan ik
niet), toenemend gevoileerd (een mooi woord voor hees). Dat laatste kan erg
sexy zijn, maar je moet het wel uit vermogen doen, niet uit onvermogen…
(luister naar La Streisand, die het knopje voor hees ook na haar zeventigste nog
makkelijk aan en uit zet). Kortom: alle alarmbellen gingen rinkelen en ik dacht:
dat rinkelen doet straks de telefoon bij de beroemde keel- neus- en oorartsen
ook, want dit gaat mis.

Ik hoefde niet zo nodig gelijk, maar kreeg het wel. En als ze na die bezoeken
aan de KNO-arts nou ook maar een zangcoach belt dan komt het misschien
nog goed en blijft het misschien ook goed.

Op facebook (dus) verschenen er hout-snijdende stukken over wat er zoal in je
fysiek (en in je geest trouwens ook) gebeurt als je gaat zingen. Dat is heilzaam
en als je alleen voor jezelf onder de douche zingt is het ook niet zo boeiend of
je dat technisch correct doet of niet; als het niet lekker voelt hou je er vanzelf
mee op. Het wordt een ander verhaal als er een miljoenenpubliek aan je
voeten ligt en je een hele carrière rond die stem gebouwd hebt. Dat moeten
die arme twee kleine spiertjes van pakweg anderhalve centimeter lang en een
halve centimeter breed het voor je doen, geschraagd door een tedere ziel en
een klare geest.

Ik had een stem die het altijd deed, onder de gekste omstandigheden, maar
ook ik ging iedere ochtend de badkamer in, keek mezelf in de spiegel in de
ogen en vroeg mij altijd weer opnieuw af: “zal-ie het nog doen, die vriend daar
in mijn keel? Zal ik vandaag weer tegen de druk bestand zijn? Zal mijn
vermogen te ontroeren en te boeien er vandaag weer zijn en hoeláng zal het er
nog zijn? Is ‘Das Gewisse Etwas’ er nog?” Affijn van dat soort dingen…

Wat moet Adele dan wel niet voelen als ze nu in de spiegel kijkt? Ik hoop dat ze
overeind blijft, want de (pop)wereld zou er een stuk minder plezierig uitzien
zonder haar…

En hopelijk is ze verstandig, laat ze zich niet gek maken door het hele circus
rond haar persoontje en belt ze die arts en die zangcoach en gaat ze aan de
slag om het allermooiste wat er is in een menselijk bestaan weer goed en lang
te kunnen: zingen…

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Volwassen 14 augustus 2017

De Nederlandse journalistiek wordt volwassener. Tot voor kort werden in de zomerperiode de
krantenpagina’s en de nieuwsrubrieken op radio, televisie en internet gevuld met verhalen
over ontsnapte, bij voorkeur exotische dieren

We herinneren ons allemaal  de hordes journalisten die over de Veluwe trokken op jacht naar
een poema of een soortgelijke predator terwijl ze wisten dat op het schimmige fotootje dat ze
van de redactiechef hadden meegekregen een kat met een dikke staart stond. Maar, het was
lekker weer dus dan is de Veluwe verreweg te verkiezen boven een bedompt redactielokaal.

Dit jaar ging het er een stuk serieuzer aan toe. Dit jaar werd de zomer gebruikt om het diepgewortelde
maatschappelijke probleem van de genderneutraliteit in al z’n facetten te belichten in een poging
de kloof die deze kwestie al jaren in onze samenleving slaat voor eens en voor altijd te dichten.

Wat ik er van heb onthouden is dat vrouwen uit de rij voor hun toilet mogen breken om bij de
mannen op de pot te gaan zolang ze maar een paar druppels op de bril achterlaten zodat ze
moeiteloos kunnen aantonen dat ze qua uiterlijk weliswaar  vrouw zijn maar qua gedrag een man.

Journalisten hielden tot nu toe geen klopjacht op een ontsnapte slang. In plaats daarvan hebben
zij het vrouwenvoetbal tot op het bot geanalyseerd. Na het mannenvoetbal is dat nu opgewaardeerd
tot de op twee na belangrijkste bijzaak in het leven.

Wat ik er van onthouden heb is dat zelfs de Johan Derksen een genadig oordeel velde over de
voetballende dames. Deze uberman toonde zijn gevoelige kant juist op het moment dat in Nederland
de grenzen tussen vrouwelijk en mannelijk werden geslecht en dat was dan weer een voldoende groot
snippertje om de kolommen een paar dagen te vullen.

Tenslotte was het de zomer van de wetenschapsjournalisten die ruw uit hun piketdienst werden gerukt
om hun bronnen aan te boren. Vanaf hun vakantieadressen mochten die zich uitleven op de  vraag
of ons leven nou wel of niet wordt bedreigd door fipronil in eieren.

Wat ik daarvan onthouden heb is dat ik eindeloos gelukkig werd van het feit dat  mijn keuze in de
supermarkt beperkt werd tussen een doosje met zes eieren of een doosje met tien eieren in plaats van
tien soorten eieren in tien verschillende soorten doosjes.

Ondertussen ruilen in Den Haag vier mannen hun principes uit zodat zij straks samen leiding kunnen
geven aan een land waar kippen die vergiftigde eieren leggen niet langer straffeloos hennetjes mogen
worden genoemd.

 

  1. Wieneke (reply)

    15 augustus 2017 at 09:21

    Laat ik nou in de laatste alinea roeiden ipv ruilden lezen 🙂
    Geweldig logje, Jan.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Genderneutraliteit 9 augustus 2017

Er zijn discussies die ik aan mij voorbij laat gaan. Ze interesseren me niet en dan kan ik
niet de energie opbrengen er een mening over te vormen. Soms interesseren ze me wel,
maar dan vind ik mijn mening niet opwegen tegen het risico op social media met een paar
eenlettergrepige woorden verkeerd begrepen te worden.

De Zwarte Pietendiscussie was er zo eentje. De discussie over genderneutraliteit is er
ook zo één. Totdat zo’n kwestie dichtbij komt.

Dat gebeurde deze week. De computer van mijn vrouw is dood. Ik vergezelde haar naar
Paradigit, een computerwinkel in de buurt. Veel meer dan vergezellen was het niet, want
ik heb de ballen verstand van computers en mijn vrouw is mans genoeg (kijk, daar ga ik al
in de fout) om een servicemedewerker uit te leggen voor welk probleem zij een oplossing wil.

Uiteindelijk waren de zaken geregeld en restten nog de formaliteiten. Vroeger kreeg je
alleen een bonnetje, nu dien je je doopceel te lichten zodat het systeem van de neringdoende
jou de volgende keer herkent en sneller kan helpen. Althans dat maken ze je wijs. Het is
vooral bedoeld om jouw spambak te vullen met informatie waarvoor die bak is bestemd.

Mijn vrouw gaf keurig haar naam op. Vraagt die verkoper: is het de heer (in de computer
waarschijnlijk geschreven als dhr) of mevrouw (mevr).  Op zo’n moment vechten mijn
vrouw en ik om voorrang een bijdehante opmerking te maken. Mijn vrouw was een fractie
sneller, bovendien deed ze het in het Engels. In zo’n computerwinkel is dat niet gek. De
servicemedewerker vulde mevr. in.

Ik vroeg me twee dingen af. Zijn ze in een computerwinkel van slag  als van een echtpaar
de vrouw het woord doet en de man een beetje metro loopt te doen. Of zou Paradigit al zo
ver zijn dat klanten kunnen kiezen welk geslacht ze willen? Dat kan hé, het is een
computerwinkel en daar zijn ze altijd up to date.

  1. Wieneke (reply)

    9 augustus 2017 at 16:59

    Oh, maar NU wil ik toch wel graag dat antwoord weten 😉

  2. Eef Klaassens-Postema (reply)

    12 augustus 2017 at 12:38

    Ik ook!

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Kip 8 augustus 2017

(Door Ab Klaassens)

Fipronil mogen kippenboeren niet gebruiken om hun beesten te verlossen van
de hinderlijke bloedluis (die eigenlijk een mijt is).

Maar Belgische slimmerikken hebben het middel onder een andere naam aan
de man gebracht, waardoor het terecht is gekomen in ons eitje.

Alleen in ons eitje?

Als het verdachte  bestrijdingsmiddel met succes is toegepast in de stallen van
de eier-boeren is het ongetwijfeld ook gebruikt in de stallen waar onze
braadkippen vandaan komen.

En dan heb je ook nog de bedrijven waar legkippen van hun bevruchte eieren
worden beroofd  voor de broedmachines die ons de kuikens leveren voor
nieuwe leg- en braadkippen.

Fipronil is dus overal. Ook in de cake van oma, de tiramisu van de super, de
kroketten van Mora en de  gehaktballen  van de slager.

Maar is het gevaarlijk?

Bij een paar keer ademhalen in het stadscentrum van Eindhoven krijg je meer
troep binnen dan bij de consumptie van een royaal bemeten omelet .

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Neymar 3 augustus 2017

De voetballer Neymar verhuist voor 222.000.000 (zegge: tweehonderdtwintigmiljoen) euro van
Barcelona naar PSG in Parijs).

De wereld valt van verbazing achterover. Zoveel geld voor een voetballer. Hoe komt een club
aan zoveel geld? Dat laatste is gemakkelijk te beantwoorden: van oliesjeiks. Die hebben dat geld
en bovendien zal dat bedrag vrijwel zeker aan merchandising worden terugverdiend.

Hoe komen die sjeiks toch aan zoveel geld? Nou dat komt omdat wij allemaal in een auto rijden
en daar is olie voor nodig waar wij voor betalen. En hoe zit het dan met die merchandising?
Wij kopen shirtjes voor bedragen van meer dan 100 euro per stuk met de naam van die voetballer
er op of producten waar die voetballer reclame voor maakt omdat wij nou eenmaal graag bij het
winnende kamp horen.

In dat licht bezien is die 222 miljoen van nul en generlei betekenis. Het had ook 300 miljoen
kunnen zijn. Het zijn een paar cijfers, meer niet. Het is geld dat heen en weer wordt geschoven
en vervolgens terug wordt verdiend door degene die het heeft betaald. Het duurt alleen wat
langer voor zo’n bedrag is terugverdiend dan wanneer een speler voor pakweg 17 miljoen van club
wisselt. De ontvangende club geeft dat ook weer uit aan dure spelers. Het is een kwestie van
rondpompen.

De eerste keer dat er een voetballer voor meer dan één miljoen werd verkocht vielen we van
onze stoel. Langzaam maar zeker werd dat meer en meer. De sprong naar 222 miljoen is groot,
maar over twintig jaar wordt er een miljard betaald en terugverdiend. De eerste keer dat dat
gebeurt staat er weer een nieuwe generatie op de achterste benen.

Het is een getalletje en zolang dat wordt rondgepompt en linksom of rechtsom
wordt terugverdiend dankzij het voetballegioen is het zelfs niks meer dan een rijtje
cijfers achter elkaar met een paar puntjes ertussen.

Het doet mij denken aan een oud mopje van Sam en Moos. Sam toont Moos een grote
partij sinaasappelen waarvoor hij een enorm bedrag vraagt. Het fruit ziet er slecht uit waarop
Moos zegt: die vruchten kun je toch niet eten. Sam antwoord: die zijn niet om te eten, die zijn
voor de handel.

  1. ab klaassens (reply)

    6 augustus 2017 at 14:16

    Mooipraterij over een wereldje stinkend van bedrog en geweld binnen en
    buiten de stadions.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Botervloot 2 augustus 2017

(Door Ab Klaassens)

“Het gaat in dit vak vooral  om verwondering” zeiden mijn eerste leermeesters
toen ik, zonder opleiding, zestig jaar geleden als leerling-journalist in het
diepe werd geworpen.

Nu denk ik vaak dat we ons wat vaker over kleine kwesties die de krant niet
halen zouden moeten verwonderen. Dat kan ook komen doordat bij het
klimmen der jaren de ervaring groeit maar de omgeving krimpt.

Onlangs deed ik een half pond roomboter in ons botervlootje. Nooit eerder
was het mij opgevallen dat die klont boter zo precies in het vlootje paste.

Ik realiseerde mij dat mijn moeder ook een vlootje had waarin precies een
pakje boter  of margarine paste. Wij hebben ook een klein botervlootje, voor
als er visite is. Ik ben naar de super gefietst om daar een pakje boter van een
kwart pond te halen. Het paste precies in ons kleine vlootje.

Hier is duidelijk sprake van een oude, langdurige afspraak van botermakers
en vlootjesfabrikanten, die al vele generaties stand houdt zonder bemoeienis
van de overheid. Of bestaat er oude regeling waarin bij wet de afmetingen van
vlootjes en pakjes boter dwingend worden voorgeschreven?

Hoe het ook zij: hier zie ik een voorbeeld van nationale trots waarover wij niet
langer mogen zwijgen. Het vlootje – in sommige streken ook wel  kuipje
genoemd – verdient een ere-plaats op de  lijst van onze nationale
verworvenheden.

 

  1. Groninganus (reply)

    6 augustus 2017 at 23:20

    Voor 1800, toen we nog met allerlei verschillende maten en gewichten zaten omdat Napoleon daar nog geen eind aan gemaakt had, voor 1800 dus, moeten de botervloten dan ook van allerlei verschillende maten geweest zijn. Hier zou men een verzameling van op kunnen bouwen, en wetenschappelijk onderzoek naar kunnen doen..

  2. Noortje (reply)

    12 september 2017 at 12:21

    Helaas helaas, sinds enige tijd (jaren?) zijn diverse fabrikanten begonnen af te wijken van deze ongeschreven regel. Onze botervloten zijn ineens te laag, want de pakjes boter zijn hoger geworden. Erg onhandig. Was er maar een wet die de afmetingen van pakjes boter voorschreef!

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ravotten 29 juli 2017

Wat een mediale opwinding deze week over het nieuwste filmpje van de ideële
organisatie SIRE. Het kwam er op neer dat jongens weer jongens moeten
kunnen zijn en lekker moeten kunnen ravotten. Schijnbaar zijn jongens het
contact met de natuur kwijtgeraakt. Dat was in onze tijd wel anders. Wij
speelden doktertje zonder dat dat in de krant kwam.

Eén van de zinnen naar aanleiding van het filmpje die mij het meest is
bijgebleven is deze: jongens moeten weer met een scheur in de broek thuis
kunnen komen. Ik vroeg me af waar dat ‘weer’  op sloeg. Ik ben opgegroeid in
een tijd dat er een nieuwe wind waaide die de geur van wierook verdreef en
die de geur van wiet aanvoerde. Ondanks deze wolk van vrijheid was het toen
ook al niet de bedoeling om met een scheur in je broek thuis te komen. Dan
kreeg je van moeder een draai om de oren en moest je voor straf vroeg naar
bed. In die tijd waren er nog geen Primarks waar je voor een habbekrats een
nieuwe broek kocht. De kindertjes in de arme landen leden alleen nog maar
ondraaglijke honger, ze werkten nog niet in verstikkende fabrieken.

We ravotten wel de hele dag, maar probeerden onze kleding heel te houden.
Ravotten betekende dat we altijd onder de schrammen en de blauwe plekken
zaten. Pleisters werden in die tijd per vierkante meter ingeslagen en in het
medicijnkastje stond altijd een halve liter jodium.

In de huidige tijd zou zo’n geschonden jongenslichaam bij een goedgetrainde
onderwijzer  onmiddellijk alle alarmbellen doen afgaan. Een half jaar na het
uitspreken van de eerste vermoedens door de onderwijzer zou er een strenge
dame van de kinderbescherming op de stoep staan van het gezin van de
jongen met de schrammen en de bulten. Moeder zou moeten bewijzen dat niet
zij verantwoordelijk was.

Uiteraard zouden ook de wijkagent en een kinderpsycholoog in stelling
worden gebracht. Puur uit voorzorg zou er iemand van schuldhulpverlening
naar het gezin worden gestuurd en helemaal uit zichzelf zou er een
medewerker van de verslavingszorg ter plekke gaan, want je weet nooit of er
aan zo’n geval subsidie is te verdienen.

Nee, het is maar beter dat jongens niet ravotten.

  1. Wieneke (reply)

    29 juli 2017 at 09:31

    Ach ja, het is komkommertijd, he?
    Jongens halen hier in ieder geval hun schouders over op, ze ravotten wel gewoon door op de gameboy. Veel spannender allemaal.

  2. Eef Klaassens-Postema (reply)

    31 juli 2017 at 21:25

    Wat jammer toch. Al dat gedoe. Het zou wel hel fijn zijn als we wat minder voorzichtig zouden zijn. Overal rubberen tegels want vallen is ‘au’, nou en? Geef kinderen de vrijheid te vallen en op te staan. Zie niet overal gevaar. Laat kinderen ervaren hoe de omgeving in elkaar zit en laat ze zelf ontdekken dat het soms handig om ‘gevaarlijke’ dingen niet te doen. En dat is niet alleen van belang voor jongetjes. Ik klom (heel lang gelden) ook in bomen en wist soms niet hoe ik er weer uit kon komen. En dat was leuk. En ik heb het overleefd. Ik ben 81.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ambtenaren 28 juli 2017

(Door Ab Klaassens)

Bij  calamiteiten, zoals een stroomstoring,  is het noodnummer 112 niet altijd
te bereiken. Dat meldt NRC/Handelsblad op 27 juli 2017.

Er wervelt op het moment dat ik het lees een stevige bries van overheidsfalen
– lees ambtenarengeknoei – door mijn geheugen. Recentelijk de mislukte
automatisering van de bevolkingsadministratie.

Iets minder recentelijk: het falen van de verbindingssystemen voor de
hulpdiensten. Bijna structureel: het onvermogen van de politie om één
nationaal computernetwerk te bouwen.

Dieper in mijn geheugen:

  • de aankoop van helmen voor de landmacht. Je kon er met peperkoek
    een gat in schieten.
  • de vervaardiging van een nieuw paspoort dat je met een natte vinger kon
    vervalsen.
  • de zoektocht naar een rekeningafschrift waaruit bleek dat Fred
    Teeven,als officier van justitie, een crimineel een deel van diens in
    beslag genomen vermogen terugstuurde in ruil voor informatie.

De rij kan met tientallen voorbeelden worden verlengd maar niettemin zeggen
politici als ze afscheid moeten nemen dat ze bij hun werk altijd hebben
kunnen steunen op een korps van  betrouwbare en deskundige ambtenaren.

  1. pjotr (reply)

    28 juli 2017 at 16:00

    De vraag is, of al die miskleunen een gevolg zijn van klunzig werk van ambtenaren . Het zal zeker voorkomen!
    Maar beslissingen en de aansturing door de verantwoordelijke politici zijn mijns inziens zeker zo vaak de oorzaak.
    Veel politici menen het beter te weten of zijn van mening, dat zij vriendjes en vriendinnetjes de bal moeten toespelen.
    Vaak zijn foute beslissingen eerder een gevolg van politiek gekonkel, waarbij de ambtenaren juist anders hebben geadviseerd. Voorbeelden zijn het HSL-debacle, de Betuwelijn, veel ict-ellende, de verkoop van alle Leopardtanks enz..

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *