We mogen nog maar 100 13 november 2019

We mogen straks nog maar 100 kilometer per uur rijden op de snelweg. Behalve ’s nachts,
dan mogen we 130 daar waar dat nu ook al mag.

Ik heb geprobeerd te begrijpen waarom je overdag niet- en ’s nachts wel extra gassen
mag uitstoten, maar die hersengymnastiek bezorgde mij dezelfde schele hoofdpijn als in
mijn pubertijd toen ik probeerde te doorgronden hoe groot het heelal is.

Dat je ’s nachts wel over des Heeren wegen mag razen kan ik niet alleen vanuit
milieuoogpunt niet begrijpen. Ik begrijp ook niet waarom het uit veiligheidsoverwegingen
niet wordt verboden. Mensen die ’s nachts rijden zijn volgens mij vaker vermoeid. Al dan
niet door die twee glaasjes alcohol die ze op een feestje hebben gedronken en waardoor ze
een beetje rozig worden. Als die mensen, getergd als ze zijn door de snelheidslimiet overdag
’s nachts even lekker los gaan dan neemt volgens mij het risico op ongelukken toe.

Is het verder erg, 100 kilometer per uur? Volgens mij valt dat wel mee. De meeste tijd kun
je niet harder omdat de snelwegen ramvol staan.

Je loopt wel het risico dat de ochtend- en avondspits langer gaan duren. Dat komt namelijk
door de NS. Die hakt in de kortingskaarten waardoor mensen niet meer met zo’n kaart in
de avondspits kunnen reizen. Je hebt kans dat die mensen denken: barst maar met je
trein, ik ga wel weer met de auto naar m’n werk. Nog meer auto’s op de weg, die misschien
straks per saldo leiden tot meer- in plaats van minder uitstoot.

En wat te denken van al die ouderen die besluiten weer in de auto te kruipen en die denken:
ik ga voor de spits weg om op mijn kleinkinderen te passen en na de spits pas weer terug.
Wordt het voor- en na de spits opeens veel drukker op de weg met mensen die van nature
al geen racemonsters zijn.

Ik weet het allemaal zo net nog niet of die 100 kilometer zoden aan de dijk gaat zetten als je
er niet te gelijk voor zorgt dat mensen meer in plaats van minder met het openbaar vervoer
gaan. Maar ja, op de snelwegen is de overheid de baas, of de rails is dat de NS en die wil in
de spits geen gesubsidieerde reizigers.

Nog mazzel dat die reizigers wel met goedkope luchtvaartmaatschappijen kunnen vliegen
die hun kaartjes voor een habbekrats kunnen slijten omdat de overheid zoveel belastinggeld
steekt in het faciliteren van die bedrijven. Variërend van belastingvoordeeltjes tot het
aanleggen van wegen naar vliegvelden. Ook zo’n dingetje. Veel mensen zijn gestrest omdat
ze een vliegtuig moeten halen. Dat wordt wat als die straks allemaal niet harder dan 100
mogen rijden.

Als ik er zo over nadenken dan vind ik het allemaal best ingewikkeld.  Ik denk dat ik nog
maar eens een keertje over het heelal ga nadenken.

 

 

  1. Laurent (reply)

    16 november 2019 at 21:37

    Ik zal me er braaf maar knarsetandend aan houden. Het heeft te maken met het feit dat je te weinig stimulansen krijgt als je 100 rijdt op een lege weg. Ik denk dat ze visuele effecten aan moeten brengen die je ervaring levendiger maken, waardoor je niet harder wílt rijden.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Heuvelachtige elementen 12 november 2019

 

Neem bovenstaande foto even in u op. Hij is zondagmorgen gemaakt op de Stratumsche Heide
in Eindhoven. Dat is het natuurgebied dat op tien minuten lopen van ons huis ligt. Van daar
kun je, goeddeels over onverharde wegen, naar de grens met België lopen. Daarom zeg ik
wel eens: wij hebben een enorme achtertuin.

Het is ook het gebied waar zich mijn fysieke strijd tegen de kilo’s afspeelt. Ik wandel er veel.
Op zondagmorgen lopen er soms groepjes mensen hard.  Vanmorgen kwam er een groepje
de hei opgestormd vanaf de voetgangersbrug over de A67.

Het waren mannen en vrouwen tussen naar schatting de dertig en de zestig jaar. Waar vogelaars
zich op hun speurtochten door de natuur zoveel mogelijk in zwart of donkerblauw te kleden,
droegen de hardlopers felgekleurde en soms fluorescerende kleding.

Voor dieren zo afschrikwekkend dat ik vind dat die mensen eigenlijk een vergunning zouden
moeten hebben, verstrekt van overheidswege. Er zijn in ons land zoveel regels dat je mij niet
wijsmaakt dat er niet ergens een verordening is op grond waarvan het gifgroen en het hoofdpijn
veroorzakende oranje in de natuur kan worden vervangen door een keurig zwart shirtje.

De groep werd geleid door een kale vijftiger, type sergeant. Hoe kan het ook anders. Hij gaf
de hardlopers opdracht zich even te ontspannen voordat de op een carnavalsoptocht gelijkende
stoet zich weer in beweging zou zetten.

“Even goed ontspannen”, riep de hardloopgoeroe. “Want we gaan zo verder over een terrein
met heuvelachtige elementen”.  Van waar hij stond en vanwaar de groep kwam, kon je maar
op één manier verder.

En dan vraag ik nog een keer: kijk nog eens goed naar die heuvelachtige elementen.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Collateral damage van Brabantse CDA-bom kan groter worden 11 november 2019

De twee Brabantse CDA-gedeputeerden Marianne van der Sloot en Renze Bergsma die
vrijdagnacht opstapten worden nog even niet vervangen. Hun taken worden verdeeld
over de vijf andere gedeputeerden.

Vrijdagnacht na de Statenvergadering kondigden beiden hun ontslag aan. Op datzelfde
moment werden hun verklaringen schriftelijk aan de pers uitgedeeld. Dat betekent dus
dat de kroniek van een aangekondigde dood al eerder die avond was geschreven.

In datzelfde bericht stond dat VVD-leider Christophe van der Maat niet opnieuw gaat
onderhandelingen en dat zijn collega’s nog even niet worden vervangen. Alle energie
wordt nu gestoken in het oplossen van de stikstofproblemen en niet in partijpolitiek
gesteggel. Die laatste zijn mijn woorden. Dat was dus ook al eerder besloten. De nacht
was al te ver gevorderd om daar nog over te debatteren. Timing is alles.

De VVD-fractie stuurde afgelopen weekend een lang persbericht waarin dat nog eens
werd bevestigd. Nu de handen uit de mouwen, de poppetjes komen later wel. Wanneer
later is, is de vraag. Het oplossen van de stikstofcrisis kan nog wel een generatie duren,
bij wijze van spreken.

Renze Bergsma was gedeputeerde van veiligheid. Daar gaat de provincie niet over, zijn
aanstelling was een douceurtje voor het CDA. Zijn portefeuille was luxe. Van der Sloot
was gedeputeerde van sport, cultuur en kleine kernen.

Nou wil het geval dat Brabant zichzelf graag profileert als dé sportprovincie van Nederland.
Dan is het wel fijn dat de sportwereld een gedeputeerde heeft die erop toeziet dat het
sportklimaat optimaal blijft.

Brabant loopt op cultuurgebied niet echt voorop. Maar, Brabant is economisch booming
en trekt veel kenniswerkers uit de hele wereld aan. Die strijken vooral neer in Eindhoven
en omgeving en de roep op een breder cultureel aanbod is daar luid. Dan is een cultureel
pleitbezorger in het dagelijks bestuur van de provincie geen luxe.

Kleine kernen zijn er in Brabant te over. Iedereen kent de problemen. Ze lopen leeg en dat
tast de leefbaarheid aan. Een gedeputeerde kan beleid maken om dat te keren.

Drie megaklussen die nu worden ondergebracht bij mensen die de handen vol hebben
aan de stikstofcrisis, het dichtslibbende wegennet, de stagnerende woningbouw en het
op peil houden van de economie.

Omdat een dag maar 24 uur heeft, zal het gat dat de twee gedeputeerden achterlaten veel
groter zijn dan nu lijkt. Oftewel: de collateral damage van de bom die de CDA-fractie gooide
zal wel eens groter kunnen zijn dan nu nog lijkt. Niet alleen de boeren verliezen een vriend,
ook de sportsector, de culturele sector en de Vereniging van Kleine Kernen moeten vrezen.

De vraag is wanneer er een Statenlid opstaat dat zich hardop afvraagt of de coalitiepartijen
onder leiding van de VVD niet misschien toch ergens een poppetje moeten zoeken om te
voorkomen dat straks alleen de automobilisten en ondernemers nog profijt hebben van
het provinciebestuur.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

CDA Brabant gokt en verliest 9 november 2019

Dit is de analyse die ik schreef voor Omroep Brabant over de bestuurscrisis in
onze provincie.

Het CDA in Brabant heeft gegokt en verloren. De partij dacht iets voor de boeren te kunnen
betekenen, maar het tegendeel is waar. Alle macht glipte de christendemocraten vrijdagnacht
uit handen toen na vijftien uur discussie bleek dat de meerderheid  voor uitstel van
de deadline waarbinnen boeren een vergunning voor een milieuvriendelijke stal moeten aanvragen,
er nooit was en er deze bestuursperiode ook nooit zal komen. In plaats daarvan verloor het CDA haar
gedeputeerden en feitelijk de invloed in de coalitie.

Het CDA was vroeger in Brabant verzekerd van regeringsmacht. De afgelopen jaren was de “boerenpartij”
veroordeeld tot de oppositiebankjes. Dit jaar lukte het de christendemocraten weer om terug te keren
op het pluche. In de verkiezingscampagne had het CDA zich wederom opgeworpen als pleitbezorger
van de boeren die de jaren daarvoor door een coalitie van VVD, PvdA, D66 en SP de duimschroeven
waren aangedraaid.

De partij had geluk dat GroenLinks als één van de winnaars uit de verkiezingen kwam. Grootste partij
VVD wilde niet met èn  D66 èn PvdA èn SP in de één coalitie. Dat was te veel geweld op de linkerflank.
De SP verloor de strijd en omwille van een meerderheid mocht het CDA mee doen. Het CDA wist ook wel
dat dat oude regeringsblok zo hard was als graniet, maar rekende stilletjes wel in dat blok een bres te
kunnen slaan. Dus het CDA stapte in de coalitie.

Dat was het begin van een korte en pijnlijke lijdensweg voor het CDA. Er bleek geen bres te slaan in het
stikstofbeleid dat VVD, D66 en PvdA samen hadden gesmeed. Sterker nog, met de komst van GroenLinks
was er een granietblok ontstaan met daarvoor een schild van plaatbeton.

Het CDA voerde dapper strijd. Geduldig sloegen Ankie de Hoon en haar partijgenoten op het betonblok. Het
ging de lokale CDA-bonzen niet snel genoeg. Zij eisten dat de fractie het anti-tankgeschut in stelling zou
brengen. Hoezeer de fractie ook pleitte dat dat misschien wel tot onherstelbare schade zou leiden bleef de
achterban schreeuwen om grof geweld.

Dat werd vrijdagnacht ingezet. De klap was oorverdovend. Als het stof is opgetrokken zullen de
lokalo’s vaststellen dat ze hun gedeputeerden kwijt zijn en daarmee feitelijk de macht. Ze zullen
vaststellen dat de boeren hun meest invloedrijke bondgenoot in het Brabantse Parlement zijn kwijtgeraakt.
Ze zullen moeten vaststellen dat de nevenschade als gevolg van hun roep om grof geschut niet te
overzien is. Ze zullen moeten vaststellen dat ze gegokt hebben en verloren hebben.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Veghel terug op de poef 6 november 2019

Nu ik een jaartje als hoofdredacteur van de lokale omroep rondloop in Meierijstad begin ik een
heel klein beetje zicht te krijgen op de lokale verhoudingen. Ik kan ze nog niet doorgronden,
daar is veel meer tijd voor nodig, misschien wel meer tijd dan mij – tot aan mijn pensioen over
ruim twee jaar – is gegund.

Meierijstad is een samenraapsel van Sint-Oedenrode, Schijndel en Veghel. Ik heb tot nog toe
niemand gesproken die dat een logische keuze vond. Laat staan dat ik iemand heb gesproken
die zichzelf een inwoner van Meierijstad vindt. Dat hoeft ook niet. Eigenheid is een groot goed.

De drie dorpen zijn totaal verschillend. Marrik van Rozendaal van D66 omschreef het in maart
zo (ik vertaal het vrij): Veghel blinkt uit in ondernemerschap. Rooi blinkt uit in cultuurhistorie
en Schijndel blinkt uit in sociaal en inclusief denken.

Van de drie dorpen is Veghel het meest stads of beter gezegd: het minst dorps. Dat kan ook
niet anders als je bedenkt dat daar de grote bedrijven zijn gevestigd: Jumbo, Sligro, Vanderlande,
Hutten, ‘de’ Mars, enzovoort. Dat trekt mensen aan die verder kijken dan het dorp waar ze
toevallig werken. Dat heeft invloed, zoals ook expats uit de hele wereld invloed hebben op Eindhoven.

Je kunt lang en breed praten over de keuze die drie dorpen samen te voegen, maar hij is
met volle verstand gemaakt en dan moet je profiteren van elkaars sterke punten. Dat
blijkt nog verdomd moeilijk. Veghel heeft een winkelhart dat gereanimeerd moet worden.
Er staan heel veel winkels leeg. De gemeente heeft nu een herstelplan gemaakt, waar op één
na alle politieke partijen het mee eens zijn. Daar is nog geen geld voor, maar de intentie is
er en dat is wat waard.  Het moet in ieder geval allemaal kleiner en compacter. Veghel moet niet
langer concurreren met Den Bosch, maar vooral zichzelf blijven.

Dat getuigt van realiteitszin. Wat dan opvalt in de gemeentelijke vergaderingen is de bijna
vileine ondertoon waarmee lokale politici met hun wortels in Schijndel, Veghel terug naar de poef
sturen. Diezelfde Marrik van Rozendaal uit Schijndel noemt het een “correctie op de stedelijke
ambitie van Veghel”.  Het wordt dorpser en leuker, zei hij. Zijn dorpsgenoot Laurens van Voorst
van Hart zei: “We moeten wennen aan het idee dat Veghel een dorp is”.

Het doet mij denken aan de situatie in Zuidoost-Brabant, nu bekend als Brainport of de
Metropoolregio Eindhoven. Dat gebied is vooral dankzij Eindhoven een Nederlandse mainport
geworden. De kleine gemeenten gooien vooral de hakken in het zand.  Ondertussen profiteren
ze allemaal mee van de welvaart en de aantrekkingskracht van Eindhoven.

In Meierijstad klinkt soms een zwakke roep om de blik richting buurman Brainport te richten.
Bedrijven als Jumbo doen dat al lang. Jumbo is één van de vijf bedrijven die zich met de naam
Brainport als shirtsponsor verbonden hebben aan PSV. Bob Hutten van het gelijknamige
cateringbedrijf heeft al eens gewaarschuwd voor bekrompenheid. Dat soort bedrijven is de
dorpse mentaliteit allang voorbij.

Maar ze zien ze in Brainport al aankomen, die politici die Veghel terug op de poef willen. Volgens
mij wordt daar op Strijp-T heel hard om gelachen.

Een groot deel van de welvaart van Meierijstad is te danken aan de aantrekkingskracht van Veghel.
Je mag toch hopen dat het chauvinisme in de andere dorpen er niet toe leidt dat dat uit het oog wordt
verloren. In Meierijstad noemen ze de ombouw van het winkelhart van Veghel één van de grootste
opgaven. Hopelijk mondt dat er niet in uit dat de cultuurhistorici uit Sint-Oedenrode en de sociaal
geëngageerde Schijndelaren de kip met de gouden eieren gaan slachten omdat ze het niet kunnen
verkroppen dat ze niet meer alleen de baas zijn over hun eigen koninkrijkje.

  1. Laurens van Voorst (reply)

    6 november 2019 at 09:43

    Een wel heel wonderlijke analyse.

    Veghel de kip met gouden eieren? Wil de schrijver zich alsjeblieft eens verdiepen in de financiële sores die Veghel als bruidsschat inbracht? Ik som nog maar eens op: de schuld per inwoner was groter dan de staatsschuld per inwoner, de structurele uitgaven waren hoger dan de structurele inkomsten en het lokken van al die bedrijven maakte Veghel bijna failliet. 175 miljoen aan onverkochte bedrijfsgrond is nogal veel voor een gemeente van, destijds, 35.000 inwoners. Na Lelystad had Veghel de hoogste schuldquote van Nederland, meneer De Vries.

    De prijs die Veghelaren daarvoor moesten betalen was fors. Schoolgebouwen en het zwembad werden ondanks noodzaak niet gerenoveerd en alles wat met het sociaal domein te maken had werd veronachtzaamd. Het centrum kakte in omdat de gemeente invloedrijke ondernemers de vrijheid gaven om aan de Noordkade een concurrent van dat centrum te ontwikkelen. Alles voor de grote entrepreneurs.

    Vriend en vijand weten dat Veghel bij Schijndel aanklopte omdat juist díe gemeente werd beschouwd als kip met gouden eieren. Dat deed Veghel met succes. Het armoedebeleid in Veghel is op Schijndels niveau gebracht, scholen worden opgeknapt, een nieuw zwembad is aanstaande en Erp gaat mogelijk een 19,5 miljoen kostend Omnipark krijgen. En eindelijk wordt er ingegrepen in het centrum. Waarbij de externe adviseur tijdens een presentatie het centrum van Schijndel als lichtend voorbeeld beschouwde.

    Hopelijk mondt het allemaal niet uit dat Veghel de cultuurhistorie van Sint-Oedenrode en het sociaal beleid van Schijndel gaan slachten omdat Veghel het niet kan verkroppen dat er meer in het leven is dan bedrijfsterreinen en asfalt.

  2. Jan de Vries (reply)

    11 november 2019 at 07:52

    Beste Laurens,

    Mijn kollumpje (geen analyse) gaat over heden en toekomst. Jouw reactie gaat over verleden. Daarmee onderstreept jouw reactie precies wat ik bedoelde. Voor mij is niet de vraag hoe het vroeger was, voor mij is de vraag hoe de hele gemeente Meierijstad kan profiteren van het economisch potentieel van Veghel nadat die gemeente door Schijndel uit het moeras is getrokken (en van het sociale karakter van Schijndel en de besef van cultuurhistorie van Sint-Oedenrode). Om dat te sturen heb je bestuurders en politici nodig die kansen zien en die over het verleden en de schaduw van hun oude gemeente heen kunnen stappen. Jouw scherpe geest en eloquentie kennende denk ik dat je die kansen ziet en ook pakt.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Eindbestemming Den Haag 5 november 2019

Een week geleden stond er in de krant een interview met een vrolijke treinconducteur.
Het was niet zo dat hij tijdens dat interview zo vrolijk was. Nee, hij is tijdens zijn werk
altijd zo opvallend vrolijk dat de krant hem daarom interviewde.

Aangezien er in de krant meestal dingen staan die afwijken van het dagelijkse is een
vrolijke conducteur schijnbaar heel bijzonder. Hij wilde overigens niet met naam
en toenaam in de krant.

Ik heb veertien jaar dagelijks met de trein gependeld tussen mijn woonplaats en de plaats
waar ik werk. Eerlijk is eerlijk, het aantal vertragingen en ander ongenoegens was in
die jaren zo gering dat het, afgezet tegen het aantal reisdagen, te verwaarlozen is.
Je hebt mij zelden over de NS horen klagen.

Het enige dat mij altijd opviel was dat de conducteurs doorgaans weinig toegankelijke
mensen waren, die het liefst zwijgzaam langs de tweedeklasreizigers snelden om lekker
languit in de eersteklasstoelen te kunnen gaan zitten klessebessen met collega’s.

Ik vond dat niet erg, want je kunt veel van mij zeggen, maar niet dat ik indertijd een vrolijke
frans was, die zat te wachten op een praatje met een conducteur. Nu wel? Mwah . . . mensen
die mij kennen zeggen dat ik veranderd ben.

Afgelopen weekend reisde ik weer eens met de trein. En verdomd, ik had ook een
vrolijke conducteur.

Eerst lulde hij ons door de intercom de oren van het hoofd over stationnetjes die zo waren
aangelegd dat wij daar allemaal langs zouden komen. Zijn hoogtepunt had hij toen hij vertelde
dat het eindpunt Den Haag was. Voor wie daar doelloos naar toe ging – hij zei niet kansloos,
wat meer voor de hand had gelegen – had hij een tip. In Den Haag kon je altijd deelnemen
aan een demonstratie.

Toen hij mijn OV-kaart scande (ik hoopte vurig dat hij mij niet, zoals veel chagrijnige
treinreizigers, belachelijk zou maken omdat ik een keuzedag had ingewisseld)  en hij door de
schommeling van de trein uit zijn evenwicht raakte, zei hij:  “Zat ik toch bijna bij u op schoot”.

Ik stapte uit en zag alle medereizigers met een hele grote glimlach op het gezicht. Aanvankelijk
vond ik de vrolijke conducteur een klein beetje over de top (het feit dat ik me niet kapot
ergerde aan “die aansteller”, bewijst al dat ik milder ben geworden), maar als je zoveel mensen
met een glimlach aan de dag laat beginnen dan ben je een held. Al helemaal als de
eindbestemming Den Haag is.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Interessant fossiel 4 november 2019

Het meest fascinerende aan archeologie vind ik de archeologen. Mannen en vrouwen
die in extase raken als tijdens een opgraving sporen worden gevonden.

Regelmatig heb ik als journalist aan de rand van een kuil gestaan terwijl beneden mij
opgetogen archeologen mij probeerden mee te slepen in hun opwinding.

Zij hadden ons in onze laarzen gelokt met een ronkend persbericht waarin stond
dat er sporen van een middeleeuwse boerderij waren gevonden. In mijn verbeelding
zag ik op weg naar de plaats delict zag ik stenen, verrotte eikenhouten palen en botten
van dieren.

Eenmaal ik het kielzog van een archeoloog (“kijk uit waar je loop”) zagen wij in de
kuil een paar gaten. Soms een lichte verkleuring van de grond. Dat vind ik niks
bijzonders want als wij als kinderen in het weiland achter ons huis een kuil groeven
kwamen we ook om de twintig centimeter andere kleur grond tegen. Het begon met
blauwgrijze rivierklei en eindigde met goudgeel zand.

Je doet mij ook geen plezier met hopen stenen die in mijn hoofd maar geen Romeinse
badhuizen willen worden. Behalve Pompeï.  Daar ben ik al een paar keer geweest en
dat vind ik prachtig. (Het mooiste moment was toen ik daar met een groep
voetbalsupporters was en er een naar zijn moeder appte: mam, die was al zo toen
wij hier kwamen).  Maar Knossos bijvoorbeeld kon mij niet bekoren.

Sommige mensen kunnen ook lyrisch raken over fossielen. Schelpjes in een steen,
of andersom dat weet ik nooit. Het zegt mij niks.

Waar mijn vrouw mij op wees tijdens een wandeling vond ik dan weer wel interessant.
Kijk zei ze, wijzend op een witte streep die een fietspad in tweeën sneed. Ik keek en
zag een eikenblad op die witte streep. Tja, zei ik. Kijk nou eens goed, zei ze. Ik dook
er bovenop. Op die streep.

Tot mijn verrassing zag ik een witte streep waarin de vorm van een blad was uitgespaard.
Dat blad lag er dus toen de streep werd getrokken en is daarna verdwenen. Kijk, dat
vind ik nou een interessant fossiel voor de soort die ons op deze aarde aflost.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Het CDA met de C van Crisis 1 november 2019

Het is weer hommeles in de Brabantse politiek. Ik schreef er weer iets over voor Omroep
Brabant.

Het CDA in Provinciale Staten wil dat de deadline waarop boeren hun vergunning voor
een milieuvriendelijke stal moeten inleveren alsnog van tafel gaat. Die ligt nu op 1 april 2020.
Vorige eek besloot een meerderheid van Provinciale Staten nog dat voor een aantal boeren
een uitzondering gaat gelden. Het CDA ging daarmee akkoord. De fractie wil nu toch  dat
er uitstel voor alle boeren komt.

Met deze opmerkelijke stap legt het CDA voor de tweede keer in een paar weken een
bom onder de coalitie. De eerste keer slaagden de coalitiegenoten er nog in die bom
onschadelijke te maken door het vuur te doven voordat het bij het lontje kwam. Dit keer
heeft het CDA het lont in brand gestoken en is het wachten op de politieke klap.

Waar het CDA vorige week nog redelijk standvastig mee ging met de coalitiepartners is er nu
de ommezwaai. Dat komt omdat de CDA-afdelingsvoorzitters zich hebben geroerd.
Die vonden het resultaat dat de fractie uit het vuur sleepte veel te mager. Ze hebben zelfs
voor zaterdag een bijeenkomst uitgeschreven om daar over te praten. De boerenactiegroep
Farmers Defence Force heeft al aangekondigd met de tractor voor de deur van die
vergadering te gaan staan.

De druk van de partijvoorzitters en de lokale CDA-fractievoorzitters heeft er voor gezorgd
dat nu ook de provinciale fractie door de knieën is gegaan. Dat de lokale christen-democraten
dat deden is te begrijpen. Zij staan dicht bij hun leden van wie een groot deel boer is en die
ze in het dorp voortdurend tegen komen.

Provinciale bestuurders spelen doorgaans in een  ander krachtenveld dan het dorp. Zij
hebben te maken met een coalitie waarmee compromissen zijn gesloten. Het CDA in
Provinciale Staten heeft er voor de boeren uitgesleept wat eruit te slepen was, ook al is dat
minimaal.  Nu de fractie toch weer teruggrijpt op verlenging van de deadline is een kans op een
politieke crisis groot. Al was het alleen maar omdat nu blijkt dat je met de christen-democraten
geen zaken kunt doen. In de politiek heet dat: een onbetrouwbare partner.

Hoe nu verder? Stel dat het CDA een voorstel maakt waarin staat dat de deadline wordt opgeschoven.
Dan moeten Provinciale Staten daar over stemmen. Daar zullen PVV en FvD voor stemmen en ook
een aantal kleinere partijen zullen er in mee gaan. De vraag is welke partijen de hele kwestie een
politieke crisis waard vinden. Afhankelijk daarvan wordt het spannend of er voor zo’n voorstel en
meerderheid komt. En dan is er dus crisis.

De coalitiepartijen GroenLinks, D66, VVD en D66 zullen niet toegeven. Daarvoor zitten ze te
geharnast in deze strijd. GL en D66 zijn er heilig van overtuigd dat de natuur gered moet worden,
de VVD wil wegen aanleggen en de PvdA wil huizen bouwen en daarvoor moet de stikstofuitstoot
teruggedrongen worden te beginnen bij de boeren.

Als er een politieke crisis ontstaat die leidt tot het vertrek van het CDA uit de coalitie, verliezen
de boeren een bondgenoot en zal er opnieuw over samenwerking onderhandeld moeten worden.
Nieuwe verkiezingen kan staatsrechtelijk niet. Dat worden lange onderhandelingen in een tijd
waarin er zulke belangrijke beslissingen moeten worden genomen over de toekomst van de boeren.
Een politieke crisis op dit cruciale moment zou heel slecht zijn. De vraag is of de lokale
CDA-bestuurders zich daar voldoende van bewust zijn.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

De tandarts 31 oktober 2019

In mijn jeugd waren tandartsen strenge mannen. Tegenwoordig zijn het voornamelijk
jonge meiden.

De tandartsen uit mij jeugd waren zwijgzame norse mannen die de indruk wekten veel geld te
willen verdienen met werk dat ze eigenlijk niet leuk vonden. hun conversatie beperkten
tot twee woorden: goed en poetsen. De jonge meiden blijven kletsen. Tegen elkaar (tandarts
en assistente) en tegen mij. Logisch, ze weten dat ze geen tegenspraak krijgen omdat het
niet kan en omdat je toch bang bent dat ze bij een tegengeluid per ongeluk uitschieten
met zo’n eng apparaatje.

Mijn tandarts ontpopte zich tijdens de laatste behandeling opeens als politiek zeer geïnteresseerd.
Want zeg nou zelf, zei ze, het is toch belachelijk dat al die Polen, Roemenen en Bulgaren
meteen een huis krijgen terwijl autochtone Nederlanders jaren op een wachtlijst staan.
Ik zei niks, dat kon niet.

En dat ze ook nog allemaal een uitkering krijgen. Laten we eerlijk zijn, zei ze, het werd toch
veel te vol in ons land. Ik wilde eerlijk zijn maar dat ging niet.

Neem haar nou, ze werkte zich een slag in de rondte. Zes dagen in de week. Nou ja, dat was
niet helemaal voor de lol natuurlijk. Zo spaarde ze extra vrije dagen, zei ze. Want haar lover
woont in Dubai en daar wil ze zo vaak mogelijk naar toe vliegen. U moet eens proberen het
woord vliegschaamte uit te spreken terwijl iemand met enge ijzertjes in je mond rondgaat. Lukt niet . . .

Ik was inmiddels weer in de spreekmodus en wilde zeggen dat mij het voortdurend op
en neer vliegen een flinke slok duiten leek te kosten. Totdat ik mij bedacht dat een tandarts
natuurlijk een salaris heeft dat het voortdurend op en neer vliegen mogelijk maakt. En zo’n
lover in Dubai is vast ook geen arme sloeber. Maar ik zei niks. Niet over Polen, niet over
Roemenen, niet over Bulgaren, niet over Dubai, niet over vliegschaamte. Ik moest
namelijk aan de balie een vervolgafspraak maken.

  1. Irene (reply)

    31 oktober 2019 at 10:18

    Tenenkrommend. Maar ik begrijp dat het niet anders kon 😉 Wel zou ik voor de vervolgafspraak uitdrukkelijk om een andere tandarts vragen. Of, zoals wij doen, samen naar de tandarts. De een ligt, de ander praat, interessante gesprekken.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ze huilt 30 oktober 2019

We rijden op de invalsweg van de stad. Stapvoets richting het grote kruispunt met
de verkeerslichten.

Achter mij rijdt een kleine auto bestuurd door een jonge vrouw. De zon speelt kiekeboe
met de schaduw van de bomen waar wij onderdoor rijden.  Daarom zie ik door de
achteruitkijkspiegel in de voorruit van haar auto afwisselend donkere vlekken
van de hoge bomen en het gezicht van de vrouw. Het is een knappe jonge vrouw.

Stukje bij beetje zie ik dat het een klassieke schoonheid is en als haar zijwaartse
blik samenvalt met een streepje zon zie ik een prachtige kaaklijn. Het is moeilijk om
niet af en toe in de spiegel te kijken.

We rijden onder de bomen uit en de zon wordt een onbarmhartig spotlight op haar
gezicht. Ik zie dat ze een pruillip heeft. Ze huilt. In het zonlicht zie ik dat haar ogen en
wangen glinsteren. Ze veegt met haar handen door haar ogen. Daarna met de mouw
van haar jas over haar wangen.

Waarom zou ze huilen denk ik. Verlies van een dierbare? Een onverkwikkelijke ruzie?
Slechtnieuwsgesprek op het werk?

Ik zal het nooit weten. In mijn hoofd speelt Gespeegeld in de raam van Rowwen Hèze.
Het is bijzonder dat dat alleen in mijn hoofd speelt want regelmatig blaast dit nummer
de ramen uit mijn auto. Station Den Bosch, station Den Bosch, station Den Bosch kom
net op tied. Het verkeerslicht springt op groen en we lossen allemaal op in
de herfstmiddag.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *