(Door Marlies)

Ik loop naar mijn werk; van ons appartement aan de rand van Eindhoven is het precies 34
minuten lopen naar het centrum van Eindhoven. Met de stadsbus gaan duurt per saldo net
zo lang en de buitenlucht is heerlijk, vooral nu er ’s ochtends zich weer vogeltjes melden en
het licht wordt terwijl ik loop. Bovendien heb ik een pestpokken-hekel aan fietsen.

Tegen achten doe ik dus mijn wandelschoenen aan en ‘loop aan’ (da’s Brabants, wij rijden
ook aan hier, niet weg…; de uitdrukking leidt soms tot hilarische misverstanden met niet-Brabanders).
Op mijn werk aangekomen zet ik mijn wandelschoenen in de garderobe en heb ik daar een
paar nette schoenen staan. Altijd dezelfde schoenen aan op mijn werk is-not-me. Wie mij kent
weet dat ik ooit een soort Imelda Marcos was (die had toch ook -tig paar schoenen?). De laatste
jaren werd de schoenen-fetisj wat minder, hoeveel verschillende paren kan een mens regelmatig
aan, wat u? Dus ik stootte tijdens het opruimen van onze gezamenlijke kleedkamer op een
paar oude, zwarte laarsjes en dacht, kom, die neem ik mee en zet ik op mijn werk neer, dan
draag ik ze nog eens.

Ik doe mijn wandelschoenen uit en heb moeite in de laarsjes te komen, ze sluiten nog steeds
naadloos om mijn voeten. Die moeite herinnert mij aan mijn laatste concerten als professioneel
zangeres: de Carmen-voorstellingen, nu alweer 10 jaar geleden. Toen had ik die laarsjes ook aan,
vooral omdat ze zo lekker stevig aan mijn voeten zaten en het makkelijk was er temperamentvol
mee te stampen en te dansen en te rennen.

Het lijkt potdrie wel – merk ik als ik ga staan –  alsof het ritme er nog in gebakken zit. Dankzij
mijn strenge lerares toen – Flamengo-danseres Jeanne de Vaan – schiet mijn lijf meteen even in
de modus van ‘Les Tringles des sistres tintaient’ uit Carmen. Bekken naar achteren, ellebogen
van het lijf, polsen hoog en in een draaistand. Jeanne had aan mij te werken: ik ben niet erg
dansant, wreef ze me ongeveer drie keer per repetitie in…  Geeft niet, van haar kon ik het hebben.

De hele verdere dag blijft Carmen in mijn spieren en mijn hart zitten. Destijds was het de laatste
voorstelling die ik draaide, zo schreef ik al. Ik had heel veel moeite met de druk die solo zingen
met zich mee bracht en toen de poppenspeler afhaakte wegens ziekte en er geen andere projecten
meer op de rol stonden, hakte ik de knoop door: geen solo-zang meer voor mij. Nooit gedacht
dat de zon na zo’n beslissing de volgende ochtend weer op zou gaan, maar hij deed het, de volle
10 jaar sindsdien trouwens ook…. En hij bracht nieuwe dingen en nieuwe wegen. Het is een
goede beslissing geweest.

Als ik eind van de middag de laarsjes weer wissel voor de wandelschoenen en ik in de spiegel
mijn struggle daartoe zie, zijn er gemengde gevoelens: een grinnik om dat stugge, wat ouder
geworden lijf, een snik om de verloren strijd tegen de zenuwen, een gevoel van triomf dat ik
het hem toentertijd toch maar mooi geflikt heb en veel dankbaarheid om de vervulling die
zingen me gebracht heeft, en nog een paar gevoelens meer, die ik hier lekker niet vertel….

Aldus een dagje Carmen.

Les tringles des sistres tintaiente

 

 

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *