De supermarktmedewerker had een echtpaar in zijn kielzog.

“Kijk”, zei hij, “hier hangen ze”. Hij wees met een wijds gebaar naar de chorizo-, cervelaat-
en andere droge worsten.

“Neije”, zei de vrouw teleurgesteld. “Da zin gin knakworsten”.

Ze had een punt. Probeer maar eens een chorizo te knakken.

Er ontspon zich een gesprek dat er toe leidde dat er bij de winkelmedewerker een lampje
ging branden. Hij zette de pas er in en het echtpaar volgde hem.

Een minuut of tien later zag ik de man en de vrouw voor mij bij de kassa. Over de
hoofden van iedereen riep zij tegen een ander stel, twee kassa’s verderop:
“We hebbe ze gevonde”. Ze hield een pot knakworsten omhoog.

“En ze zijn goedkoper dan die we normaal hebben”, voegde ze er triomfantelijk aan toe.

De man van het andere stel keek bedenkelijk.

“Zijn da wel goeie? Ge wit toch dat goedkoop geen duurkoop is hé”, riep hij.

Om uit te leggen wat goeie zijn balde hij zijn vuist waarmee hij een denkbeeldige
knakworst vast hield.  Hij maakte vervolgens een flinke knikkende beweging
met die vuist. “As ge dit doet moet ie al knakken”,  riep hij.

Ik zag de vrouw naar haar pot knakworsten kijken en deed voor de zekerheid
een stapje terug.

  1. Laurent Bruning (reply)

    29 juli 2018 at 00:01

    Terwjl goedkoop natuurlijk wel duurkoop zou moeten kunnen zijn 😀

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *