(Door Marlies)

Uit het NRC van 20 juni 2016: ‘Theater Drottningholm uit 1792
eindelijk in de hoofdrol’

Geen onderwerp voor een vocaal klassiek-stukkie lijkt het, maar
dat is niet helemaal waar.

Op de eerste plaats is dit theater een van de twee prachtige theaters
waar ik met gasten van Musico naar toe mag in augustus en op de
tweede plaats…. Nou ja lees maar, ik citeer gedeeltelijk het NRC:

‘Het Slottsteater van koning Gustaaf III is het ook nog het oudste.
Met de jubileumopera ‘The Rococo Machine’  viert het theater
haar 250-jarig bestaan. Deze zomer vinden festiviteiten plaats,
waaronder Mozarts opera Don Giovanni.

Het Drottningholm Slottsteater, opgetrokken uit hout en gedecoreerd
met papier-maché, opende in 1766. Het kende voor die tijd een
geavanceerde toneelmachinerie waarmee alles mogelijk was: een
bewegende kist met rotsblokken veroorzaakt donder, papieren
golven verbeelden de zee, windmachines ruisen en bliksem flitst.
Beschilderde decorstukken roepen paleisinterieurs en
boslandschappen op. Alles perfecte illusie, als een toverdoos.

Filmregisseur Ingmar Bergman was verliefd op het theater,
het inspireerde hem tot de filmversie van Mozart’s Die
Zauberflöte. In 2000 en 2003 regisseerde Pierre Audi er twee
opera’s van Händel, Tamerlano en Alcina , die later in de
Amsterdamse Stadsschouwburg te zien waren, in een exacte
replica van het Zweedse barokdecor.

Met de jubileumopera The Rococo Machine plaatst de Zweedse
componist Jan Sandström het theater in het hart van de uitvoering.
De opera is een hommage aan de ingenieuze machinerie en de
bewogen geschiedenis van het theater.

Voor theatermakers is het theater een sleeping beauty. Na de moord
op de koning in 1792 werd het verlaten. Tot in 1921 ee
theaterhistoricus nietsvermoedend de deuren opende, op zoek
naar Zweedse toneelhistorie, en van de ene verbazing in de andere
viel. Een laag stof van anderhalve meter bedekte zaal en machinerie.
De ruimte was gebruikt als stalling voor koetsen en opslagplaats voor
aardappelen. Alles was intact, alleen de touwen moesten vernieuwd
worden.

Kaarslicht en vuur spelen in ‘The Rococo Machine’ een belangrijke
rol als noodlottige krachten. Een zangeres met brandende kaars
komt op, zij is de ‘kaarsensnuitster’ van vroeger, belast met het
doven van de kaarsen, ’s nachts. Om brand te voorkomen. Ze zingt
een aria over de gloed van kaarslicht in vroeger tijden. En daar
hebben we ons linkje naar vocale klassieke muziek!

Vuur speelt ook in Don Giovanni, de opera waar wij naar toe mogen
in augustus een belangrijke rol: op het laatst wordt hij verzwolgen
door het hellevuur, hopelijk gaan ze daar in Drottningholm prudent
mee om….

Ik zit nu al te kwispelen van plezier over het feit dat ik in augustus
naar dit juweeltje op bezoek mag.

In het filmpje een soort ‘sneak-preview’ door het theatertje….

Hartstikke leuk!

, , ,

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *